Taxonomie

Taxonomie, vrijwel synoniem aan 'systematiek' is in (West-) Europa helaas vrijwel uitgestorven als vakgebied, zeker als professie. Taxonomie gaat over biodiversiteit; hoeveel soorten zijn er, wat is een soort, wat is de juiste naam van een soort, maar er zijn raakvlakken met ecologie, biochemie, biogeografie en floristiek, etc. Taxonomie is het fundament van alle 'life sciences', toch hebben de universiteiten alle taxonomische collecties en leerstoelgroepen opgeheven/wegbezuinigd.
Vanuit mijn achtergrond als (tropisch) taxonoom ben ik in mijn vrije tijd nog betrokken bij onderzoek aan verschillende families en genera uit Tropisch Afrika (een revisie voor het genus Cassytha voor heel Afrika en de bewerking van de Boraginaceae voor de Flore du Gabon), maar ook uit Nederland, onder meer aan het genus Bolboschoenus en de Poa pratensis groep.

Syntaxonomie

Wie aan vegetatiekartering doet, is een plantensocioloog. Vegetatiekarteringen veronderstellen immers karteer-eenheden, en die eenheden representeren een systeem dat uitgaat van onderscheidbare fytocoenosen. Desalniettemin is het niet goed mogelijk om alle waarneembare vegetaties op te delen in harde eenheden, laat staan dat deze eenheden ook allemaal benoemd kunnen worden. ik beschouw mijzelf dan ook als en opbouwend kritische insider. Behalve voor vegetatiekarteringen, is de plantensociologie ook goed geschikt om de ecologie van soorten mee te beschrijven.

Invasieve Exoten

Het onderzoek naar invasieve exoten beperkt zich vaak tot 'factsheets', dikke documenten met screenshots van websites. Simons Botanisch Advies werkt(e) in enkele projecten samen met de nVWA aan studies die op basis van kwantitatief vegetatiekundig onderzoek proberen te voorspellen wat de risico's en potentiele verspreidingen zijn van enkele invasieve exoten.

Plantenatlas Wageningen e.o.

Samen met Lieuwe Haanstra en andere commissieleden van FLORON D922 Hans Inberg, Frits van Beusekom en Erik Slootweg wordt gewerkt aan de Plantenatlas van Wageningen e.o..
In een gebied dat wordt begrensd doorde Cuneratoren in Rhenen in het westen en de Eusebiuskerk in Arnhem in het oosten, en dat ruwweg de A12 en de Nederrijn als noord-, resp. zuidgrens heeft, worden van alle 178 kilometerhokken alle planten genoteerd die worden aangetroffen. Dit gebeurt in twee ronden van zo'n 3-8 uur per kilometerhok, zodat in circa 1500 uur alle hokken onderzocht zijn.
De planning is om rond 2020 het boek af te hebben. Van iedere aangetroffen plantensoort worden dan verspreidingskaartjes en soms ook foto's getoond, en wordt in de tekst de ecologie besproken. Ook wordt vergeleken met wat botanici in het verleden vonden. In de jaren 20 van de 20e eeuw is het oostelijk gedeelte van dit gebied namelijk al uitgebreid in kaart gebracht door J.L. van Soest in zijn zevendelige 'Flora van Arnhem'. Een groot gedeelte van dit gebied is in de jaren 90 opnieuw bezocht door Frits van Beusekom.
Eind 20e eeuw is het westelijke gedeelte van ons gebied juist zeer goed onderzocht door Dirk Prins, met name de omgeving Rhenen-Veenendaal. En sinds de oprichting van FLORON is dit hele gebied verspreid over vele jaren ook onderzocht door districten 9 en 22, later gefuseerd tot 922.